Jona was een profeet in de Hebreeuwse Bijbel. Hij werd door God opgedragen om naar Nineveh, de hoofdstad van Assyrië, te gaan en de inwoners te waarschuwen voor de naderende vernietiging. Jona was echter bang voor de Assyriërs en probeerde te ontsnappen door aan boord van een schip naar Tarsis te gaan. God veroorzaakte echter een storm, waardoor het schip dreigde te zinken. De bemanning gooide Jona overboord, en een grote vis verslond hem. Na drie dagen in de buik van de vis werd Jona door God gered en keerde hij terug naar Nineveh. Hij waarschuwde de inwoners, die zich bekeerden en God vereerden.
In de context van de vraag is Jona een digibeet omdat hij moeite had om met nieuwe technologie om te gaan. Hij was bang voor de Assyriërs, die een machtig volk waren met een moderne militaire technologie. Hij probeerde te ontsnappen aan de opdracht van God door te vluchten naar een land dat niet bekend was met de technologie van de Assyriërs.
De oplossing voor de vraag is dus Jona.
Meer over Jona
Jona was een man uit het noorden van Israël, uit de stad Gat-Hefer. Hij was een profeet, wat betekent dat hij door God werd aangesteld om Zijn boodschap aan het volk te brengen. Jona werd door God opgedragen om naar Nineveh, de hoofdstad van Assyrië, te gaan en de inwoners te waarschuwen voor de naderende vernietiging.
Assyrië was een machtig volk met een moderne militaire technologie. Ze waren berucht om hun wreedheid en hadden al veel volkeren veroverd en vernietigd. Jona was bang voor de Assyriërs en probeerde aan de opdracht van God te ontsnappen.
Jona ging naar de haven van Jaffa en kocht een kaartje voor een schip naar Tarsis, een stad in het verre Westen. Hij hoopte dat hij zo ver weg zou komen van Assyrië dat God hem zijn opdracht zou vergeten.
Bijbelse digibeet
God veroorzaakte echter een storm, waardoor het schip dreigde te zinken. De bemanning was bang en begon te bidden tot hun goden. Jona was ook bang, maar hij bad niet tot God. Hij ging naar de bemanning en zei: “Ik ben de oorzaak van deze storm. Ik ben een profeet van God, en ik ben op weg naar Nineveh om de inwoners te waarschuwen voor de naderende vernietiging.”
De bemanning was geschokt. Ze vroegen Jona om te bidden tot zijn God, zodat de storm zou ophouden. Jona deed dat, en de storm hield op.
De bemanning was blij dat de storm was afgelopen, maar ze waren ook bang voor Jona. Ze vreesden dat hij hun God zou vervloeken, waardoor ze zouden omkomen. Ze gooiden Jona overboord, en een grote vis verslond hem.
Na drie dagen in de buik van de vis werd Jona door God gered. God zei tegen Jona: “Ga nu naar Nineveh en doe wat Ik je heb opgedragen.”
Jona ging terug naar Nineveh en waarschuwde de inwoners voor de naderende vernietiging. De inwoners van Nineveh waren bang en bekeerden zich tot God. Ze vastten en baden, en God genade met hen.
Jona was boos dat God de Assyriërs had gespaard. Hij ging naar buiten en zat bij de stad in de schaduw van een struik. Hij wenste dat de stad zou verbranden.
God zei tegen Jona: “Heb je medelijden met de vijgenboom, die je niet hebt geplant en die je niet hebt verzorgd? Dan zou Ik toch medelijden moeten hebben met de stad Nineveh, waar meer dan honderdtwintigduizend mensen wonen, die niet kunnen onderscheiden tussen hun rechterhand en hun linkerhand, en ook veel vee?”
Jona begreep dat God rechtvaardig was, en hij bekeerde zich.
De geschiedenis van Jona is een verhaal over de genade van God. Het is ook een verhaal over de angst voor het onbekende. Jona was bang voor de Assyriërs, en hij probeerde aan de opdracht van God te ontsnappen. Maar God was geduldig met Jona, en Hij redde hem uiteindelijk.
